U bent hier: Home > Uitgebreide informatie West Highland White Terriër > Gedrag en Levensruimte van de West Highland White Terriër

Gedrag en Lenvesruimte van de
West Highland White Terriër

De West Highland White Terriër heeft enorm veel zelfvertrouwen. Door zijn moed heeft hij waarschijnlijk een beeld van zichzelf dat dat van iedere hond overtreft. Hij is dan ook voor niets en niemand bang. Deze harde, eigenzinnige hond is bijzonder druk en kan op elk moment tot explosie komen. Die trekken worden echter in evenwicht gehouden door zijn open houding, zijn vrolijkheid en de innige band die hij met de mens wenst te onderhouden. Het is vóór alles een oorspronkelijke werkhond, ook al zou zijn tentoonstellingstoilet anders doen vermoeden. Hij duikt het liefst in het gras om naar sporen te zoeken, molshopen uit te graven, enzovoort. Modder is wel het laatste dat hem deert, als hij maar lekker kan rennen en ravotten en van tijd tot tijd wat graafwerkzaamheden kan verrichten. Zijn harde vacht stoot weliswaar het meeste vuil af, maar na een wandeling ziet hij er vanzelfsprekend heel anders uit dan in de tentoonstellingsring. Wie deze hond alleen voor zijn aantrekkelijke uiterlijk aanschaft en geen boodschap heeft aan zijn karakter, zal bedrogen uitkomen. De Westy laat zich namelijk alleen in met een baas die hem begrijpt en voor wie hij respect heeft.

De Westy is een superactieve hond die altijd wel iets weet op te roepen waar actie van uitgaat, zelfs als er niets aan de hand blijkt te zijn. Dat maakt hem ook tot een vrolijke, zij het soms wat tegendraadse persoonlijkheid. Hij kent in huis alle plekjes en alle voorwerpen waarmee pret valt te beleven. Deze hond doorkruist zijn territorium vol trots en zelfverzekerdheid, en is nog waaks ook. Als een vreemde zich meldt aan de deur, slaat de Westy alarm met een luide, scherpe stem. Merkt hij dat alles goed is, dan kan hij over het algemeen redelijk opschieten met de bezoeker.

Bÿ een en ander moet niet worden vergeten dat de Westy ook een liefdevolle, aanhankelijke hond is. Hij mag zich dan in grote lijnen onafhankelijk opstellen, dat wil zeker niet zeggen dat hij de mensen in zijn leefomgeving negeert. Hij is juist erg gesteld op een relatie met hen en wil graag zijn aanhankelijkheid betonen, al doet hij dat misschien meer naar eigen behoefte dan naar die van zijn baas. Ondanks zijn felle terriër aard wordt hij graag liefdevol vertroeteld. Met de kinderen uit het gezin kan hij redelijk opschieten, mits hij op jonge leeftijd aan hen gewend is en zij hebben geleerd om hem met respect te behandelen. Geniepigheden of bedreigingen pikt deze hond beslist niet. In zo'n geval staat hij onmiddellijk klaar om zich te verweren. Hij is echter altijd te vinden voor een spelletje met de kinderen.

Omdat de Westy boordevol energie zit, staan wandelingen door bossen en ruige terreinen hoog op het verlanglijstje van deze hond. Hij heeft toch al gauw drie wandelingen per dag nodig voor zijn lichamelijk en geestelijk evenwicht. Hoewel hij korte beentjes heeft, toont hij zich onvermoeibaar tijdens deze uitstapjes met de baas. De wandelingen lenen zich ook uitstekend voor het op een speelse manier leren. Hij leert zelfs gemakkelijk, als een en ander maar in het verlengde van zijn eigen verlangen ligt. Vanzelfsprekend moet zijn baas het hem niet kwalijk nemen als hij een keer niet luistert, want dat hoort nu eenmaal bij zijn aard. Als hij bijvoorbeeld merkt dat zijn baas haast heeft, zal hij beslist niet komen als hij wordt geroepen. Deze directe nakomeling van een echte werkhond heeft ook nog een goede neus. Dat betekent dat hij er weleens vandoor wil gaan als hij op een interessant spoor stuit. Hij is nu eenmaal van nature gewend om zelfstandig op te treden. Men moet ook niet vreemd opkijken als hij andere huisdieren als prooi beschouwd, zeker als hij niet van jongs af met deze dieren is opgegroeid. Heeft hij echter al op heel jonge leeftijd geleerd om de andere huisdieren te respecteren, dan kan hij zelfs bijzonder goede maatjes met ze worden.

Over het algemeen kan de Westy redelijk opschieten met soortgenoten. Hij steekt zijn persoonlijkheid echter niet onder stoelen of banken. Wordt hem dat niet in dank afgenomen, dan is hij altijd bereid zijn mannetje te staan. Zelfs voor grote honden gaat hij dan geen stap opzij en valt hij aan. Dat zelfde geldt min of meer voor het geval hij het idee heeft dat zijn territorium niet wordt gerespecteerd. Zo is hij met alles, ook met het leren van noodzakelijke vaardigheden. Zijn baas moet er dus voor zorgen dat de Westy niet overal zijn zin in krijgt, want dan is er na verloop van tijd misschien geen land meer met hem te bezeilen. Hij kan zich gemakkelijk ontwikkelen tot een kleine despoot. Een harde hand zal in zo'n geval niet helpen, want een dergelijke afstraffing roept zeker openlijk verzet op en dat kan de Westy dagenlang volhouden. Bovendien is dan alle vertrouwen tussen de baas en zijn hond geschonden. Op die basis moet zeker geen bereidwillige medewerking van de Westy worden verwacht. Het is gewoon het beste om deze hond al op zeer jonge leeftijd uiterst consequent op te voeden. Dat is vooral een kwestie van slimmer zijn dan de hond, iets dat niet eenvoudig is als de Westy eenmaal zijn zinnen op het een of het ander heeft gezet. Deze hond zal zich nooit onderwerpen, maar van een intelligent en consequent optredende baas kan hij wel leren hoe hij het belang van beide partijen in het oog moet houden.

Aan de gehoorzaamheid van de Westy moeten dus niet te hoge eisen worden gesteld. Het is beslist geen hond om langdurig onder appel te staan. Maar als men iets van hem vraagt moet hij ook weten te luisteren. Doet hij dat, dan kan hij worden aangehaald of op een andere manier worden beloond, bijvoorbeeld met een partijtje ravotten. Als de Westy eenmaal het plan heeft opgevat om met zijn baas samen te werken, kan hij zelfs meer dan gemiddelde prestaties leveren. Dal blijkt wel tijdens behendigheidstrainingen. Samen mei de baas iets doen op basis van wederzijdse instemming spreekt de Westy in alle gevallen erg aan. Als hij daarna weer thuiskomt, zal hij volop genieten van de rust en voelt hij zich op zijn gemak in de directe omgeving van zijn baas en diens gezin. Degene die een West Highland White Terriër wil aanschaffen, moet ook goed beseffen dat hij een hond met een behoorlijke bewerkelijke vacht in huis haalt. De vacht moet minstens tweemaal per jaar, maar meestal vaker, met de hand worden geplukt. Ook het in model brengen van de Westy is niet iedereen gegeven. Daar komt vaak jarenlang oefeningen aan te pas. Het is niet zo moeilijk om de vacht te verprutsen, maar het duurt dan wel jaren voordat een en ander weer op orde is. Het is gewoon een hele klus om deze vacht in optimale conditie te houden. Bovendien moet de vacht zo hard mogelijk zijn. Dat wil zeggen dat ze alleen in uiterste gevallen moet worden gewassen, anders wordt de vacht zacht en verliest ze haar water- en vuilafstotende kwaliteiten. Na een lekker partijtje ravotten in regenachtig weer zal deze witte hond er behoorlijk modderig uitzien, maar laten drogen, borstelen en kammen is dan het beste advies.

Al met al de West Highland White Terriër een stoere werkhond in de vermomming van een kleine, witte clown, die bij elke gelegenheid zijn eigen beslissingen neemt.

bron: mijn hond, mijn vriend